hoe lak je je nagels

Benodigdheden

• Basislak
• Kleurlak
• Topcoat
• Wattenschijfjes
• Wattenstokjes
• Nagelvijl
• Nagelriemolie
• Nagellakremover
• Tenenspreider
• Nagelschaartje

Stappen

1. 

   Maak je nagels goed schoon

   Nagellak pakt niet goed als je nagels vettig zijn. Maak je nagels daarom eerst goed schoon. Was je handen met zeep en een borsteltje en maak vervolgens je nagels schoon met een wattenschijfje en een beetje nagellakremover. Zo verwijder je ook direct de oude restjes nagellak.

2. Vijl je nagels in vorm

   Vijl je nagels vervolgens mooi in vorm. Gebruik liever geen nagelschaartje; als je je nagels knipt, dan pers je de nagellagen op elkaar waardoor ze droger worden en sneller kunnen beschadigen. Werk tijdens het vijlen in één richting en maak dus geen zaagbeweging.

3. Bescherm en verzorg je nagelriemen

   Bij mooi gelakte nagels horen ook mooie nagelriemen. Masseer je nagelriemen daarom in met nagelriemolie. Deze olie is een beetje vettig, waardoor de lak hier niet op pakt. Als je dus per ongeluk uitschiet met je nagellak, dan zijn je nagelriemen beschermd. Let er wel op dat de olie niet op je nagels terecht komt. Is dit wel het geval, gebruik dan een wattenstaafje met wat aceton om de nagel weer schoon te maken. Als je helemaal geen risico wilt lopen, kun je je nagelriemen ook na het lakken verzorgen met de olie.
4. 

   Breng een basislaag aan

   Breng als eerste een basislaag aan. De basislaag is altijd transparant en net wat minder dik dan een normale (transparante) nagellak. Door een basislaag aan te brengen bescherm je je nagels tegen verkleuringen. Ook kun je het zien als soort ‘grondverf’, waardoor de hierna komende laklagen beter blijven zitten. Laat de basislaag goed drogen. Als je je tenen lakt, gebruik dan de tenenspreider. Hiermee voorkom je dat je tenen over elkaar heen gaan terwijl de lak nog niet droog is.

5. Breng de kleurlak aan

   Als de basislak goed droog is, kun je de kleurlak aanbrengen. Breng de lak in een vloeiende beweging aan en werk van beneden naar boven. Begin met een streep in het midden en werk zo naar de zijkanten toe. De kleurlak heeft wat langer de tijd nodig om te drogen. Ga niet met je handen wapperen, als je wat teveel nagellak hebt gebruikt dan krijg je rimpeltjes in de lak. Breng de kleurlak in minimaal twee lagen aan en laat je nagels goed drogen.
6. 

   Werk foutjes bij

   Als je bent uitgeschoten met de nagellak dan kun je die bewuste plekjes bijwerken met een wattenstaafje en wat nagellakremover. Ga voorzichtig te werk en wacht wel even met bijwerken tot de kleurlak echt helemaal droog is.

7. Breng een topcoat aan

   Tot slot breng je een topcoat aan. Deze topcoat is met name bedoeld om je nagellak te beschermen. Ook zit er extra glansmiddel in de topcoat, waardoor je nagels er nog gezonder en stralender uitzien. Je kunt kiezen voor een transparante topcoat of bijvoorbeeld een topcoat met glitters.